U GEBRUIKT EEN VEROUDERDE BROWSER

U staat op het punt de website Eureka te bezoeken, een bijzonder samenwerkingsverband van Eindhovens Dagblad, Omroep Brabant en Studio040 rond het thema uitvinden en innoveren in Brabant. U maakt gebruik van een verouderde browser die de website niet ondersteunt.

Werk uw browser bij
Om deze website te kunnen bekijken, werkt u uw browser bij naar Internet Explorer 9 of kiest u voor een alternatieve browser zoals Google Chrome of Mozilla Firefox.

Onze excuses voor het ongemak.
 
1941-1945

ULTRAPHIL HOOGTEZON VERLICHT SPIERPIJN

• 1941Tweede Wereldoorlog: Philips werkt in het geheim aan de bouw van een cyclotron (deeltjesversneller). Na de bevrijding wordt de deeltjesversneller (korte tijd de grootste in Europa) geplaatst in Amsterdam bij het Instituut voor Kernfysisch Onderzoek, dat er isotopen mee produceert.
• 1941Onzichtbaar voor de Duitse bezetters doet Philips in het NatLab onderzoek naar de Stirlingmotor. De generator wordt niet marktrijp, maar effent wel het pad voor de succesvolle Cryogenerator.
• 1945Eerste Ultraphil hoogtezonnen op basis van menglichtlampen ter verlichting van spierpijn.
 Mijn Philips: een oorlogsradiootje in de koektrommel
 
 
 
^ top

ULTRAPHIL, HOOGTEZON, 1953

De volgende bijdrage is afkomstig van Philips Company Archives

 

RECLAME VOOR ULTRAPHIL-ZONNELAMP, 1953

De volgende bijdrage is afkomstig van Philips Company Archives

 

^ top
 
 
^ top
 

STIRLINGMOTOR: FRITS PHILIPS WAS NIET TE STUITEN

Hoe research tot onverwachte vindingen kan leiden blijkt wel uit de Stirlingmotor. Marktrijp werd de generator van Philips nooit, maar de van daaruit ontwikkelde koelmachine werd wel een succes.
 
Een vat met vloeibare lucht bij het Sterling Cryogenics in Son en Breugel. Foto: René Manders
 
Zijn gedrevenheid was ingegeven door een mengeling van commerciële motieven en maatschappelijke betrokkenheid. Frits Philips vond dat de radio's, die zijn concern met grote aantallen van de productieband liet lopen, ook beschikbaar moesten komen voor mensen in minder ontwikkelde gebieden in de wereld. Daar ontbrak het echter aan een goede elektriciteitsvoorziening. En de apparaten gebruikten teveel stroom om ze op batterijen te laten werken.
Hij zag de Stirlingmotor met dynamo als een ideale oplossing omdat daarmee desnoods uit sprokkelhout elektriciteit te halen was. Bovendien vond hij de vinding van de Schotse dominee Robert Stirling uit 1816 geniaal.
Stirling maakte gebruik van het verschijnsel dat lucht uitzet als die wordt opgewarmd en krimpt als deze afkoelt. In de tijd van de stoommachine ontwierp hij een cilinder die aan de bovenkant werd verwarmd en aan de onderkant werd gekoeld. In de cilinder bevond zich lucht die door een zuiger beurtelings naar boven en naar beneden werd geduwd. Zo ontstond in de cilinder afwisselend een overdruk en onderdruk waardoor een tweede zuiger op en neer ging en een krukas tot draaien kon brengen.
In het NatLab werd de efficiëntie van deze motor enorm verbeterd onder meer door andere expansiegassen te gebruiken. Ten tweede werd de regenerator uitgevonden. Dat was een warmtebuffer waarlangs het gas iedere keer werd gestuurd als het van het warme naar het koude deel en terug stroomde. De warmte in het gas werd hierdoor bij iedere slag tijdelijk opgeslagen om later weer te kunnen worden gebruikt.

Watersnoodramp
Vele concepten en testmodellen zijn er in al die jaren ontwikkeld. Tijdens de watersnoodramp in 1953 werden twintig apparaten ingezet om delen van Zeeland die zonder elektriciteit zaten van stroom te voorzien. Frits Philips zelf had op landgoed De Wielewaal een grasmaaimachine met een Stirlingmotor en ook een zonnecollector die een motor aan het draaien kon brengen.
Het was eigenlijk een ander deel van het NatLab dat het economische motief onder de Stirlingmotor had weggenomen. De transistor verving de radiolamp en een radio was hierdoor plotseling geen stroomvreter meer en makkelijk met batterijen te voeden. Toch ging de ontwikkeling van de Stirlingmotor nog tot in de jaren '70 door omdat het enthousiasme van Frits Philips niet te stuiten was.
De Stirlingmotor blijkt achteraf een voorbeeld van hoe research tot onverwachte vindingen kan leiden. Net zoals de gloeilamp leidde tot de radiolamp, die weer leidde tot de röntgenlamp. Zo ontdekten de researchers dat het principe van Stirling heel goed omgekeerd werkt. Zo werd de Cryogenerator uitgevonden, een machine die extreem lage temperaturen kan opwekken. Op bepaalde momenten waren er bij het NatLab twee groepen van veertig onderzoekers met de Stirling bezig, de ene met de motor en de andere met de koeler.
Een commercieel succesvolle Stirlingmotor heeft Philips zelf nooit op de markt gebracht, de Cryogenerator werd wel een succes. Tot 1990 heeft het concern zelf duizenden van dergelijke geavanceerde koelmachines verkocht en tegenwoordig wordt dat bedrijf zelfstandig voortgezet in Son.

Grasmaaimachine
Frits Philips had bij zijn 40-jarig jubileum in 1971 van het NatLab een grasmaaimachine aangedreven door een Stirlingmotor cadeau gekregen. Hij had hem daarna direct terug uitgeleend om te gebruiken voor demonstratiedoeleinden. In 1983, Frits werkte al lang niet meer bij Philips en het onderzoek naar de Stirlingmotor was al enige jaren gestaakt, vroeg hij de machine in een niet mis te verstane brief terug. 'Ik begrijp, dat de machine uit elkaar ligt, maar de meest perfecte mechanische werkplaats van de wereld kan die wel weer klaar krijgen', zo schreef hij.
 

^ top
 
 
^ top
 

MIJN PHILIPS: EEN OORLOGSRADIOOTJE IN DE KOEKTROMMEL

Dick Klaassen (83 in augustus) uit Geldrop bezocht de Mijn Philips-dag op 25 juni in het Philips museum met een koektrommeltje onder de arm. Maar daar zaten geen koekjes in.
 
 
Geldroppenaar Dick Klaassen heeft een missie. Hij verzamelt alles wat er te verzamelen valt over de Philips oorlogsradiootjes. Nee, dat was geen officieel Philips-product. Sterker nog: het was een volstrekt clandestien product, in het diepste geheim samengesteld met vanuit de Philipsfabrieken naar buiten gesmokkelde onderdelen.

Natuurlijk zijn er geen gegevens over de radiootjes. Geen aantallen, geen verkoop- of uitgiftecijfers, geen materiaallijsten, geen data over de productieperiode. Maar daar wil Dick Klaassen dus wat aan doen.

Wat hij tot nu toe verzamelde rubriceert hij in nauwgezet ingevulde kolommen. Hij weet inmiddels van het bestaan van een stuk of zes van die radiootjes. Vier daarvan bevinden zich in het vrijwilligersmuseum met historische Philips-producten aan de Looijenbeemd in Eindhoven. Ze zijn gebouwd in een theebusje, tabaksdoos en onderdelendoos. Eentje staat hier, tussen ons in, op tafel.
 
 
Het is een koekjestrommel met de reliëfafbeelding van een vogeltje. Onder het deksel bevindt zich het binnenste van een radio. Een door deskundige amateurs in elkaar geknutselde radio.

"Van de radiootjes die ik gezien heb, valt op dat ze geen van allen hetzelfde zijn. Maar volgens mij zijn ze wel volgens hetzelfde schema gemaakt", zegt Klaassen. "Misschien is er dus wel zo'n schema in omloop geweest onder Philips-personeel."

Wie maakte ze?
En dat de radiootjes ook door Philips-personeel gemaakt zijn, lijkt wel een logische aanname. Immers: wie anders konden aan de onderdelen komen?

Een van hen was in ieder geval de man van mevrouw Hoeppe. Die man werkte bij Philips metaalwaren. En van een van de zoons van mevrouw Hoeppe kreeg Klaassen zijn bijzondere trommelradio.

Klaassen heeft er nooit met de samensteller over kunnen praten. En dus heeft hij ook nooit kunnen vragen wanneer de radio gemaakt is.

"En dat wil ik nu juist zo graag weten", zegt hij. "In 1942 begonnen de Duitsers met het invorderen van radio's. Daarna is natuurlijk pas begonnen met het maken van de radio's in koekjestrommels. En in 1944 werden we bevrijd. Toen zal die illegale 'productie' weer gestopt zijn."

Wie maakte ze? Wanneer? In welke omstandigheden? En waar zijn ze gebleven? En een vraag van de auteur van dit stukje tenslotte: was dit het enige illegale Philipsproduct dat in de loop van meer dan honderd jaar is gemaakt?

Mail ons: redactie@100jaarslim.nl
 
Reactie van lezer Jan Wijn d.d. 27-8-2014:
In de oorlog maakten de joodse gebroeders Wiener illegaal radio's in Eindhoven. Mogelijk dat zij de koektrommelradio's gemaakt hebben. Zij hadden al in 1935 een radiozaak die tot het overlijden van hun opvolger en zoon A .Wiener Radio Wiener heette. Deze was gevestigd aan de Kruisstraat. Nu wordt op dezelfde plaats de winkel onder de naam Cheaptronics.nl gerund door een kleinzoon. Wellicht kan hij meer vertellen.
 

^ top